zaterdag, november 10, 2001

Beginselverklaring Spirit

1 Voorwoord

Een partij sticht je niet uit het niets om de eenvoudige reden dat een partij bestaat uit mensen met een overtuiging en een engagement. We vertrekken vanuit verschillende politieke achtergronden die elkaar dan eens overlappen, dan weer zeer uiteenlopend zijn. Sommigen hebben er al jaren traditie op zitten, anderen doen pas hun eerste stappen of vertrekken bewust van een blanco blad. Ieder neemt zijn traditie, hoe kort ook, mee.

Een Vlaamsgezind en sociaal engagement. De taalstrijd was in België ook een sociale strijd. Hieruit groeide een Vlaams bewustzijn waarbij taal, cultuur en gemeenschapgevoel belangrijke ankers zijn. Dit is het sociaal flamingantisme van de Vlaamse beweging. Net als het Daensisme, was de Frontbeweging hiervan een uiting, maar de conclusie was inter-nationaal en pacifistisch: "Nooit meer oorlog".

Na de tweede wereldoorlog werd op deze fundamenten een Vlaamsnationale partij gesticht, de Volksunie: sociaal en federaal, pluralistisch en verdraagzaam, ongebonden en toekomstgericht, groen en pacifistisch.

* een onconventionele en ongebonden VU die creatief was om op de nieuwe maatschappelijke uitdagingen in te spelen: federaal in een unitair land, voor de democratisering van het elitair en Franstalig hoger onderwijs, Vlaamse ontvoogding gepaard aan individuele ontvoogding, voor rechtstreekse inspraak en goed bestuur, verdraagzaam in een verzuilde maatschappij, voorop in de vredesbeweging.

* de VU hanteerde het federalisme als leidraad voor de opbouw van de samenleving. Op staatshervormende vlak nam de VU haar verantwoordelijkheid op voor de institutionele uitbouw van de Vlaamse deelstaat. Niet zozeer in confrontatie maar eerder samen met de Franstaligen bewerkstelligde ze een federaal samenwerkingsmodel. Van meet af aan wilde ze deze Gemeenschap mee inrichten.
Ook in internationaal verband koos een regionalistische VU solidair de kant van volkeren en regio's.

* een sociaal vooruitstrevende partij, verbonden met het ganse Vlaamse volk. De leidende gedachte daarbij is dat iedereen in de gemeenschap evenwaardig is.

* een verdraagzame en pluralistische partij. De levensbeschouwelijke verscheidenheid is een rijkdom en dient positief gewaardeerd te worden.

* een pacifistische partij, voorvechter van een actieve vredespolitiek

* een groene VU die als eerste partij in Vlaanderen in de jaren '70 opkwam voor de kwaliteit van het leefmilieu, maar ook voor de kwaliteit van het leven.

In het najaar van 1996 kwamen 300.000 mensen in Brussel op straat. Zij hadden hun geloof in de democratie verloren. iD21 is in 1997 ontstaan als politieke beweging om een antwoord op de Witte Mars te bieden:

* het radicaal-democratische iD21 dat thema's als o.m. referenda, e-government, rechtstreekse verkiezing van de regering en van de burgemeesters in het politiek debat in Vlaanderen invoerde. Zij wil vooral de politieke inspraak en bijhorende debatcultuur invoeren.

* het paarse iD21 dat in de aanloop naar de verkiezingen van 1999 ijverde voor een ommezwaai in de vastgeroeste machtsverdeling in Vlaanderen.

* het politiek vernieuwende iD21 dat droomde van een implosie van het Vlaams politiek landschap, waaruit nieuwe samenwerkingsverbanden zouden groeien.

* het links-liberale ID21 dat aanknoping zoekt met een progressieve en radicale politieke traditie, een vierde stroming. Een iD21 dat gelooft in de verantwoordelijkheid van mondige burgers, hun rechten (ook op verscheidenheid) en hun zin voor gemeenschap.

In 1999 ging de VU in alliantie met iD21. VU&ID was geboren. Deze samenwerkingsformule getuigde van grote openheid. Bij de verkiezingen van juni 1999 slaagde VU&ID erin, meer dan welke andere formatie ook, om aansluiting te vinden bij de jonge kiezers. In 2000, bij de gemeenteraadsverkiezingen, werd de brug geslagen naar jonge kandidaten. In de Vlaamse politiek stond VU&ID voor een verfrissende en wervende vernieuwing van inhoud en stijl.

Maar er zijn ook de vele ongebonden mensen, actief in de samenleving en sociaal geëngageerd, ieder met zijn achtergrond, die zich willen verbinden aan dit nieuw project. Samen delen we dezelfde drijfveer om dit project uit te bouwen.

2 Onze Drijfveer

Het politieke landschap wordt nog steeds beheerst door de drie klassieke breuklijnen, die decennialang de Belgische politiek in hun greep hebben gehouden: de scheiding tussen gelovig en vrijzinnig, tussen Vlaams en Waals, tussen links en rechts. Deze gaan in de hedendaagse samenleving helemaal niet meer op, en toch vertrekt de opdeling tussen de politieke partijen en hun ideologieën daar nog steeds van.

Andere realiteiten hebben zich op de samenleving geënt. Intussen bestaat Vlaanderen, complexloos, sociaal en economisch ontvoogd en heeft het voor heel wat bevoegdheden eigen instellingen en middelen. De politieke strijd voert zich niet meer rond een "Walen buiten", en richt zich niet tegen de andere gemeenschap in België, maar richt zich op de ontplooiing - sociaal, cultureel en economisch - van allen die in Vlaanderen wonen. Federalisme is niet meer gericht op concurrentie, maar op samenwerkingsverbanden vertrekkend vanuit de eigenheid, tussen de deelstaten en binnen Europa.

De tijdsgeest is in snelvaart aan het evolueren. We leven in een post-industriële maatschappij die steunt op mobiliteit van kapitaal en kennis, van mensen en technologie. De wereld verandert grondig. Het verdwijnen van evidente en 'unieke' waarden schept onzekerheid bij vele mensen. De angst die hierdoor ontstaat kan politiek zeer gemakkelijk uitgebuit worden. Een nieuwe ethiek ontwikkelt zich onder invloed van de wetenschappen, onder invloed van de snelheid waarmee de wereld zich naar hier verplaatst, onder invloed van de massale informatie die beschikbaar is. Een nieuwe ethiek ontwikkelt zich vanuit de individuele en collectieve ontvoogding van de mensen, van de jongeren. We willen dit optimistisch benaderen. Deze ethiek is lang niet waarden-loos. Het bevat de waarden van de toekomst. Uiteindelijk heeft zich een pluralistische samenleving aangediend, die de samenleving helemaal niet meer wil opdelen op basis van godsdienst of politieke dogma's maar actief op zoek is naar nieuwe waarden.

Mensen vormen zich hun eigen mening, en volgen niet meer een ingelepelde opinie. Vandaar dat ze dichter moeten betrokken worden bij het vormen van een pluralistische gemeenschap, en moeten mechanismen gevonden worden die verder reiken dan gewoonweg een vertegenwoordigende parlementaire democratie.

Het oude socialisme en liberalisme hebben door hun blijvend uitgesproken economische en materiële benadering van de maatschappij, in eerste instantie het groepsegoïsme aangewakkerd. Mensen werden concurrenten van mekaar. In plaats van een samenleving werd een geheel van bange mensen gemaakt, bang om te verliezen wat men heeft. Het BNP of het gemiddeld inkomen zijn niet de enige geluksbarometer. Klassiek links en rechts bieden daar geen antwoord op. Een politiek project moet nu verder gaan dan de loutere verhoging van de individuele levensstandaard. Het moet gericht zijn op de versterking van het sociaal weefsel, op de culturele ontplooiing van de samenleving, op het ontwikkelen van tolerantie en respect tussen de generaties en culturen.

De globalisering van de wereld plaatst ons in een totaal nieuwe situatie. Globalisering zorgt ervoor dat steeds meer beslissingen op het internationale forum genomen worden waarop we als individu en als gemeenschap geen enkele invloed kunnen uitoefenen, maar waarvan we wel de gevolgen voelen. Het is iets dat boven onze hoofden is gegroeid. De huidige globalisering leidt tot een sterk democratisch deficit en tot vervreemding. Daarop antwoorden zoeken vraagt nieuwe inzichten. Europa is uiteraard het eerste politieke antwoord, maar vanuit het idee van samenwerking, niet enkel tussen de volkeren van de Europese Unie, maar met de hele wereld. Het Europa van regio's waar we naar streven mag geen "fort Europa" worden maar moet openstaan voor samenwerking met alle regio's in de wereld, vanuit het respect voor de identiteit van elk volk.

De overgrote meerderheid van de bevolking kan zich niet vinden in de huidige opdeling van het politieke landschap, omdat die geen antwoorden meer biedt op actuele vragen over de huidige wereld. Velen zijn op zoek naar nieuwe denkbeelden, nieuwe verbanden, twijfelen sterk aan het grote gelijk van de grote ideologieën, verlangen integendeel een nieuw groot verhaal dat gebaseerd is op het samenbrengen van nieuwe inzichten. We willen onze idealen samenbrengen in dit nieuw project. We willen verandering brengen in het politieke landschap: de optimale omstandigheden zijn nu immers wel aanwezig, er is een goede drijfveer, er is een vonk.....

3 Beginselverklaring

[§1]

“ Spirit is een partij van Vrije Democraten, Vlaams, Europees, Mondiaal”.

3.1 Bron

[§2]

“ De democratie is de hoofdbron van ons streven. De democratie is voor Spirit een ethische grondhouding die ons doen en denken doordringt en steeds aanwezig blijft. Vastberaden verdedigen we de democratie tegen hen die via geweld of haatgevoelens het samenleven tussen mensen ontwrichten.”

[§3]

“Het integraal federalisme is onze leidraad voor bestuur en maatschappelijke ordening. Van wijk tot wereld, van individu tot gemeenschap staat het integraal federalisme garant voor betrokkenheid en inspraak. Verantwoordelijkheid en beslissingsbevoegdheid worden slechts doorgegeven naar een hoger niveau als dit de functionaliteit en solidariteit bevordert en meer democratische inspraak garandeert.”

[§4]

“ Deze maatschappijopbouw begint bij het individu en gelooft in de vrije en verantwoordelijke mens die handelt in samenhorigheid met andere mensen. De mens kan zich via keuzes en handelingen slechts ontwikkelen in samenspel met anderen. Een democratische samenleving ontstaat als haar leden zich tegenover elkaar verantwoordelijk voelen. Dit past in een vooruitstrevend en vrij mensbeeld waar ontvoogde burgers in solidariteit, verdraagzaamheid en in een constructieve geest een pluralistische gemeenschap bouwen. Dit kan niet worden opgelegd van boven af en moet van onderuit opgebouwd worden.

[§5]

“Het besef deel uit te maken van dezelfde gemeenschap is noodzakelijk voor het ontstaan van solidariteit ook met verder onbekende individuen. Sterke en spontane gemeenschappen van solidariteit zijn deze waar de burgers drager zijn van een culturele identiteit, waarvan taal een belangrijke uiting is. Ons open regionalisme wil via vreedzame actie deze realiteit omzetten in sociale, culturele en politieke rechten voor volkeren en regio’s. Dit regionalisme staat vandaag ook voor het evenwicht dat we zoeken tussen enerzijds de behoefte aan een authentieke cultuur als een noodzakelijk houvast en anderzijds de groeiende realiteit van vele verrijkende interculturele wereldwijde contacten, samenwerkingsverbanden en solidariteit met andere gemeenschappen”.

[§6]

“Democratie, integraal federalisme, een vooruitstrevend en vrij mensbeeld en een open regionalisme zijn de bron van ons politiek streven, lokaal en internationaal. Zij dragen bij tot de wereldvrede. De wereldgemeenschap kan enkel gerealiseerd worden door een actief pacifisme. Het pacifisme is een radicale keuze om in alle conflicten steeds te kiezen voor het doorbreken van de logica van het geweld”.


3.2 Verbondenheid tussen vrije mensen

[§7]

“De opdracht van de vrije democraten is de opbouw en het vrijwaren van een rechtvaardige, vreedzame, vrije en open samenleving in Vlaanderen, Europa en de wereld. Wij betrachten daarin een blijvend evenwicht tussen de fundamentele menselijke waarden van vrijheid, gelijkheid en solidariteit. Een samenleving ook, waarin niemand tot armoede, onwetendheid of conformisme gedwongen of veroordeeld kan worden.”

3.2.1 Vrijheid

[§8]

“Wij koesteren de vrijheid, de waardigheid en het welzijn van ieder individueel persoon. Wij werken aan een wereld waar alle mensen dezelfde basisrechten genieten. Wij respecteren ieders recht op gewetensvrijheid en het recht van éénieder om zijn talenten volledig te ontplooien. Wij verdedigen bovendien het recht van volkeren en regio’s om hun eigen taal en cultuur te ontplooien en eigen instellingen te bepalen. Wij wensen de macht te spreiden, en verscheidenheid en creativiteit te stimuleren”.

[§9]

“Individuele vrijheid wordt pas ten volle bereikt door het evenwicht tussen twee componenten. Negatieve vrijheid – de afwezigheid van dwang – laat het individu toe vrijuit te handelen zonder inmenging van buitenaf in zoverre hierdoor niet aan de vrijheden van anderen geraakt wordt. Daarnaast moet de gemeenschap een omgeving scheppen waarin elk individu de mogelijkheid krijgt zich ten volle te ontplooien: de positieve vrijheid”.

[§10]

“Vrijheid is niet absoluut. Ieders vrijheid eindigt waar de vrijheid van de andere in het gedrang komt en de verantwoordelijkheid voor de samenleving begint. Grondrechten genieten wel de hoogste bescherming.”

[§11]

“Wij zullen steeds de verdedigers zijn van het recht op vrije meningsuiting, de vrijheid van godsdienst en eredienst, vrijheid van vereniging. Wij willen het recht van burgers op hun privé-leven en privé-sfeer beschermen. Voor ons behoren alle ethische vraagstukken tot de privé-sfeer, maar dienen ze via het politieke debat een globaal wettelijk kader te krijgen.”

[§12]

“Wij werken aan een wereld waarin alle volkeren dezelfde basisrechten hebben, een wereld waar volkeren vreedzaam samenleven en waar volkeren hun eigen verscheidenheid en cultuur vrij kunnen ontplooien”.

3.2.2 Gelijke kansen

[§13]

“Met positieve vrijheid bedoelen wij dat het de taak van de overheid is om iedere burger alle kansen te bieden zich te ontplooien en zijn idealen te verwezenlijken. Het is de taak van de overheid de burgers te informeren, en hen alle rechten automatisch en op gelijke basis toe te kennen. De overheid moet rechtszekerheid en gelijke toegang tot het recht waarborgen.”
“Niemand hoeft vrede te nemen met een situatie van afhankelijkheid of met een minderwaardige positie. Spreiding van welvaart en kennis en bevorderen van welzijn moeten zorgen voor gelijke kansen. Wij willen de sociale toegangsdrempels tot de nieuwe kennismaatschappij en nieuwe technologieën wegwerken. Zo kan iedereen volledig bijdragen tot de gemeenschap van het niveau van wijk tot wereld en deelnemen aan de beslissingen die zijn leven en de gemeenschap bepalen”.

[§14]

“Diversiteit in de meest ruime zin geeft de samenleving kleur. De veelheid van menselijke eigenschappen, meningen, gedragingen en culturen verrijken de gemeenschap. Als voorvechters van individuele mensenrechten en sociale rechtvaardigheid verwerpen wij alle vooroordelen en discriminaties op basis van ras, huidskleur, godsdienst en filosofische overtuigingen, leeftijd, taal, cultuur, geslacht, seksuele geaardheid en handicap en veroordelen we alle vormen van verankerde privilegies en ongelijkheden. Wij verzetten ons tegen open en verdoken etnische en culturele onverdraagzaamheid in Vlaanderen en de wereld ten aanzien van minderheden en pleiten voor een verdraagzame samenleving. Pluralisme en tolerantie zijn positieve begrippen. Ze houden meer in dan de loutere aanvaarding van de andere. Ze betekenen een actieve houding van respect voor het anders zijn in het besef dat de ontmoeting met andere culturen of waarden een verrijking tot stand brengt”.

3.2.3 Solidariteit

[§15]

“Voor ons moet solidariteit binnen een gemeenschap en tussen gemeenschappen steeds een recht zijn en geen gunst. Solidariteit gaat uit van een rechtvaardige en wederkerige herverdeling van welvaart door de hele samenleving en in het belang van de hele samenleving op grond van algemeen geldende en objectief controleerbare regels en met maximale waarborgen voor menswaardige en kwaliteitsvolle bestaanszekerheid. Voor ons kan niemand zich op welke wijze ook onttrekken aan de elementaire solidariteit. Solidariteit beperkt zich niet tot de materiële herverdeling van de welvaart, maar veronderstelt ook inzet voor de samenleving. Solidariteit speelt zich vandaag af, binnen iedere generatie, tussen generaties onderling, jong en oud, maar ook naar de komende generaties door een verantwoord beleid en een dynamisch lange termijn denken.”

3.3 Integrale democratie
3.3.1 Radicale democratie

[§16]

“Wij promoten de universele rechten van de mens en democratische vormen van bestuur. Wij pleiten voor een democratie met drie pijlers: een bestuurskrachtige overheid met sterke parlementen of raden, aangevuld met een grote beslissingsmacht van de individuele inwoners en onderbouwd met een sterk verbindingsnetwerk tussen inwoners onderling en tussen burger en overheid. ".

[§17]

“Wij gaan uit van een radicale democratie die meer rechtstreekse inspraak geeft aan de bevolking. Voor ons moet de mondige en vrije burger in de mate van het mogelijke het beleid mee vormgeven; hij wordt co-producent en niet louter onderdaan of klant. Het is een uitdaging voor de democratie om de instrumenten van politieke participatie te herdenken met als doel de mensen intenser bij het maatschappelijk debat te betrekken. Een radicale democratische samenleving moet belang hechten aan toegankelijke en objectieve voorlichting en informatieverstrekking en aan een dragende mediacultuur, alsook aan de eigenlijke participatietechnieken. Radicale democratie is gemeenschapsvormend en werpt een dam op tegen onverdraagzaamheid en afbrokkeling van het sociaal weefsel.

[§18]

“Wij zijn vastbesloten het democratisch proces radicaal te versterken en borg te staan voor een eerlijke en representatieve vorm van politiek bestuur. Dat betekent enerzijds open en gezaghebbende parlementaire instellingen en anderzijds vrijheid van informatie, subsidiariteit, federalisme en een billijk kiesstelsel. Daarenboven pleiten wij voor volksraadplegingen als techniek tot maatschappelijk debat, alsook voor alle mogelijke bestaande en komende technieken die maximale inspraak en politieke betrokkenheid van alle burgers verzoenen met een doelmatig en doorzichtig bestuur. Wij willen de opkomstplicht afschaffen. Radicale democratie betekent ook dat macht gecontroleerd en gelegitimeerd wordt door alle burgers. Wij pleiten voor de afschaffing van de monarchie en van alle adelijke titels. Wij pleiten voor gemeentelijk stemrecht op basis van verblijf ongeacht de nationaliteit. In het belang van een goed en doorzichtig bestuur pleiten wij voor een verregaand verbod op cumulatie van politieke mandaten en andere vormen van cumulatie die belangenvermenging kunnen veroorzaken”.

[§19]

"Voor ons zijn individuen geen losse atomen, maar verbinden ze zich via verenigingen en actiegroepen. Kleinere geografische solidariteitskringen - straten, wijken en gemeenten – bieden de mogelijkheid om elke inwoner op voor hem vertrouwd terrein te betrekken bij de opbouw van de gemeenschap. Daarnaast heeft de samenleving nood aan waardengebonden netwerken tussen inwoners. Dit middenveld kanaliseert en mobiliseert de verdediging van belangen en waarden van inwoners tegenover de overheid en ook binnen het economisch proces zonder te schaden aan het principe van het primaat van de politiek (syndicale functie in brede zin). Het middenveld betrekt grote groepen mensen bij de evoluerende waardenbeleving en cultuurverschuiving (emancipatorische functie). Een soepel middenveld verenigt mensen en is dus gemeenschapsopbouwend. Wij streven een “ontzuiling” na: de structurele verwevenheid van sommige organisaties met politieke partijen en met de overheid kan leiden tot belangenvermenging en machtscumulatie en parallelle besluitvorming los van nieuwe signalen uit de samenleving en zonder doorzichtige inspraak. Representativiteit, interne democratie en transparantie zijn dan ook de sleutelwoorden voor organisaties die overheidstaken vervullen".

3.3.2 Federalisme

[§20]

“Voor ons moeten burgers betrokken worden bij het bestuur van de gemeenschap. Wij ijveren voor een bestuurlijke ordening waar de beslissingen genomen worden op het laagst mogelijke niveau volgens de principes van het federalisme. In deze optiek vormen gemeenten, Vlaanderen en Europa het hart van de politieke besluitvorming. Administratieve streekplatforms en stadsgewesten vervangen de provincies. Wij zijn ervan overtuigd dat federalisme op basis van culturele verscheidenheid model staat voor een vreedzame emancipatie van culturen en volkeren in Europa en de wereld.”

[§21]

“Op korte termijn moet Vlaanderen alle bevoegdheden kunnen uitoefenen die het nodig heeft om een harmonische samenleving uit te bouwen. Vlaanderen en Wallonië beslissen samen welke bevoegdheden gezamenlijk worden uitgeoefend. Op Belgisch niveau kiest Spirit dus resoluut voor het confederaal model. Op het vlak van de sociale zekerheid moet op korte termijn een zelfde sokkel van sociale rechten voor Vlaanderen en Wallonië gegarandeerd worden, zoals ze op langere termijn in gans Europa zou moeten gelden; de financiering gebeurt volgens het principe van de interpersoonlijke solidariteit, de besteding van de middelen is een gemeenschapsbevoegdheid. Overigens wordt de solidariteit volgens objectieve criteria interregionaal geregeld.”

[§22]

“Wij willen van het bureaucratisch en technocratisch Europa een echt democratisch Europa maken, met een reëel wetgevend parlement en een senaat van de regio's, en met een regering die stoelt op een politieke meerderheid. De EU-bevoegdheden dienen toegespitst te worden op die beleidsterreinen waar Europa een werkelijke toegevoegde waarde kan leveren. Tussen de onderscheiden bestuurslagen moet een partnerschap tot stand worden gebracht, waarbij niet alleen de lidstaten, maar ook de rol en de bevoegdheden van de regio's en hun recht op verscheidenheid worden erkend. Europa moet een constitutioneel pluralisme erkennen en in de toepassing van het subsidiariteitsprincipe niet alleen met staten, maar ook met constitutionele regio’s onderhandelen "

[§23]

“Brussel is naast hoofdstad van Vlaanderen ook de hoofdstad van de Europese Unie en is op politiek, cultureel en maatschappelijk vlak een internationale en meertalige ontmoetingsplaats bij uitstek. Alle inwoners van Brussel die dat wensen, zijn voor ons volwaardige leden van de Vlaamse gemeenschap. Maar de Vlaamse, Franstalige en Europese gemeenschap moeten investeren in het welzijn en de leefbaarheid van hun gemeenschappelijke hoofdstad. Het Brusselse politiek bestuur erkent in al zijn handelingen het bestaan en de waarde van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap. In de maatschappelijke en sociaal-culturele opbouw van Brussel wordt er gestreefd naar een intense samenwerking tussen de twee Gemeenschappen. Ook de Europese instanties moeten in Brussel de sociale en culturele verhoudingen in acht nemen en respecteren. ”.

[§24]

“We zijn voorstander van samenwerking met andere regio’s over de grenzen heen. Vlaanderen zou als cultuurgemeenschap, op een volwassen en constructieve manier, geprivilegieerde relaties met de Franse en Duitstalige Gemeenschap in Wallonië en Brussel moeten uitbouwen. De lange historische band tussen Vlaanderen en Wallonië, zelfs indien niet altijd even harmonieus, is globaal gezien een rijkdom die we niet zomaar overboord mogen gooien. Wij zijn ook voorstanders van brede samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland en voor de uitbouw van deze samenwerking tot een volwaardig bestuursniveau voor de materies met een gemeenschappelijk belang.”.

3.4 Cultuur: bindmiddel tussen individu & gemeenschap

[§25]

“Cultuur is voor ons een centraal gegeven in de ontwikkeling van het individu en de gemeenschap. Een actieve cultuurpolitiek is het cement tussen het individu en de gemeenschap. De overheid moet de openheid en de ruimte voor vrije cultuurbeleving in al zijn mogelijke aspecten niet enkel waarborgen, maar ook koesteren als fundament van open samenlevingen. Cultuur in het algemeen en de vrijheid en creativiteit van de kunstenaar in het bijzonder kunnen de samenleving een kritische spiegel voorhouden, en kunnen de mensen uitnodigen om na te denken over de samenleving “.

[§26]


“Cultuur versterkt ook de lokale samenleving, door het versterken van de netwerken van verenigingen. Voor ons is het de taak van de overheid om de creativiteit en cultuurparticipatie te stimuleren, om cultuur te democratiseren, om mensen samen kunst en cultuur te doen beleven. Wanneer de culturele en sociale sector elkaar ontmoeten verrijkt dit de cultuurbeleving van vooral zwakkere bevolkingsgroepen. De samenleving moet permanent open staan voor cultuurschepping, voor nieuwe vormen van cultuurbeleving en voor interculturele verrijking.”

3.4.1 Een resoluut jongerenproject

[§27]


“Politiek moet de voorwaarden en waarborgen scheppen opdat alle mensen talenten en potenties kunnen ontplooien. De senioren moeten hun volwaardige plaats in de samenleving krijgen zodat zij hun ervaring ten dienste van de gemeenschap kunnen stellen. Jongeren zijn een dynamisch en tegelijk kwetsbaar deel van onze samenleving. Daarom gaan we resoluut voor een positief jongerenproject. Wij wensen jongeren en kinderen centraal te plaatsen in de samenleving. We wensen te investeren in kinderen en jongeren. Beleidsbeslissingen dienen getoetst te worden aan hun invloed op de leefwereld van jongeren. Prioritair dient ruimte voor jongeren gerealiseerd te worden. Fysieke ruimte, waar ze hun ding kunnen doen, mentale ruimte waardoor respect ontstaat en beleidsruimte waardoor jongeren en kinderen als partners in de opbouw van de samenleving worden erkend. Door jongeren en ouderen meer in contact te brengen met mekaar, meer uitwisseling te hebben van ideeën, groeit er ook respect waardoor we van een generatieconflict naar een generatieaanvulling kunnen groeien. Jongeren moeten kunnen participeren aan alle beslissingen die de brede samenleving aanbelangen. Wij pleiten dan ook voor het invoeren van het stemrecht vanaf 16 jaar”


3.4.2 Onderwijs

[§28]

“Onderwijs en levenslang leren is de essentiële voedingsbron van een gemeenschap. Het heeft, naast kennis verwerven, tot doel het gemeenschapsvormend denken te stimuleren. Onderwijs en levenslang leren maakt dat een gemeenschap leert reflecteren over zichzelf, het maakt ook het individu kritisch. Daarom mag een onderwijsinstelling niet los staan van haar sociale omgeving. Ze dient de aandacht van de leerlingen of studenten te vestigen op de waardevolle beginselen van pluralisme, verdraagzaamheid en sociale rechtvaardigheid, op het lokale en Vlaamse vlak, maar ook op het Europese en mondiale niveau. Elke onderwijsinstelling moet zich dan ook actief tegen elke vorm van racisme opstellen. We vragen een consequente toepassing van de non-discriminatieovereenkomsten in het lager en secundair onderwijs.”
“Het blijft een verantwoordelijkheid van de overheid om de toegang tot (ongeacht afkomst, cultuur of religie) en het resultaat van het permanente leerproces gelijk te blijven verdelen. Democratisering van het onderwijs is nooit definitief verworven. Als pluralisten pleiten de vrije democraten voor zoveel mogelijk netoverschrijdende samenwerking. Het komt aan de gemeenten toe om het basisonderwijs te organiseren. Wij pleiten voor de opwaardering van de leerkracht zowel maatschappelijk als financieel.”

[§29]

“Wetenschap en kennis moeten niet enkel overgedragen worden via onderwijs. De overheid moet er ook de creatieve ontwikkeling van stimuleren via aanmoediging van het wetenschappelijk onderzoek op alle terreinen.”

3.5 Vrije markt & Primaat van de politiek

[§30]

“Wij wensen een duurzame economie die de vaardigheden van de mensen ontwikkelt en benut tot voordeel van allen, een eerlijke verdeling van welvaart beoogt en arbeid en ondernemerschap beloont. Een gecorrigeerde vrije markt in een open samenleving vormt een noodzakelijke motor voor welvaartscreatie. Wij wensen de zin voor initiatief, creativiteit en ondernemerschap te promoten. Ondernemen en tewerkstellen heeft naast een economische ook een belangrijke en niet weg te denken maatschappelijke functie. Arbeidsparticipatie, deelname aan het economisch proces, is geen gunst of plicht, maar wel een recht voor iedereen. Tegenover de nadruk op economisch productieve arbeid plaatsen wij de maatschappelijk zinvolle arbeid, die niet noodzakelijk economisch productief is.”

[§31]

“Ook in een duurzame economie en een vrije markt moeten democratie, participatie, co-operatie en sociaal overleg tussen alle deelnemers aan het proces zeer belangrijke waarden zijn”.

[§32]

“De vrije markt staat evenwel niet spontaan in voor rechtvaardige verdeling van welvaart en inkomen, voor basisvoorzieningen en gelijke kansen, voor de bescherming van de leefomgeving en haar natuurlijke grondstoffen, voor de gezondheid en gelijke kwaliteit van het leven van alle burgers, noch voor het recht op verscheidenheid van individuen en volkeren. Daarom leggen we ons niet neer, noch op het Vlaams noch op het internationaal niveau, bij het terugtreden van de politiek ten voordele van louter economische belangen. De overheid heeft niet enkel een regulerende maar ook een sturende en organiserende rol. Privatisering of aanvullend privé initiatief op het publiek domein mag het algemeen belang niet schaden.”
“De overheid moet garant staan voor een zo breed mogelijke herverdeling tussen alle burgers, voor gelijke rechten op sociale voorzieningen en moet culturele participatie promoten. De overheid staat onder meer in voor verplicht en kosteloos onderwijs en het levenslang en levensbreed recht op leren, voor het recht op mobiliteit, veiligheid, bestaanszekerheid en gezondheidszorg”.

3.6 Ecologie zonder pleinvrees

[§33]

“Iedere generatie is van op het lokale niveau tot in internationale fora verantwoordelijk voor het lot van de planeet, voor het vrijwaren van een evenwichtige natuur en leefomgeving, voor het spaarzaam omgaan met eindige grondstoffen en voor het behoud van het leven in al zijn aspecten. Het welzijn van de mens en zijn gemeenschap staat centraal in het ecologische debat. Indien enkel rekening wordt gehouden met de deelbelangen van sociale, industriële, financiële of andere groeperingen dreigt het gemeenschappelijk welzijnsbelang op de achtergrond te verdwijnen. Onze activiteiten mogen niet ten koste gaan van de toekomstige generaties en hun leefomgeving. Het behoud van een leefbare wereld voor de onze (klein)kinderen vormt de leidraad voor de ontwikkeling van een ecologisch beleid”.

[§34]

“Ons milieustandpunt is opgebouwd rond volgende kernbegrippen: duurzame ontwikkeling, toepassing van het principe “de vervuiler betaalt”, het voorzorgsbeginsel, afvalvoorkoming met nadruk op producentenverantwoordelijkheid, een correct handhavingsbeleid, milieuopvoeding, landschapsherstel en bescherming van de biodiversiteit.”

[§35]

“De geïndustrialiseerde wereld mag zijn ecologische problemen niet exporteren naar de Derde Wereld en Centraal- en Oost-Europa of afwentelen op de volgende generaties. Een meer fundamentele aanpak dringt zich op, zowel inzake productie als inzake consumptie. De overheid vervult hierbij een sturende rol, dwingt tot de internalisering van de milieukost en corrigeert via doelgerichte milieuheffingen. Een groot gedeelte van de milieuverontreiniging wordt veroorzaakt door energieproductie. Een afdwingbaar rationeel energiegebruik kan hier soelaas bieden, evenals een maximale ondersteuning van alternatieve energiebronnen. Energie op basis van kernsplijting kan evenwel geen optie zijn.”

[§36]

“We zijn ervan overtuigd dat ook op landbouwgebied het roer moet worden omgegooid met een ondubbelzinnige keuze voor kwalitatief hoogstaand en veilig voedsel. De oversubsidiëring van de Europese landbouw leidt tot mondiale scheeftrekkingen. De landbouwoverschotten die hierdoor gecreëerd worden zijn tegenstrijdig met onze principes omtrent duurzaamheid.”

[§37]

“Een positieve wisselwerking tussen ecologie en economie is mogelijk. Wij verzetten ons nadrukkelijk tegen een verkrampte houding die elke economische groei of nieuwe technologieën verwerpt. Activiteiten gericht op milieubehoud en de ontwikkeling van groene technologieën zijn in vele gevallen zelfs arbeidsintensief. Ook de mogelijkheden die de gentechnologie ons bieden moeten niet a priori worden verworpen. Zowel in de geneeskunde als in de landbouw zorgden en zorgen nieuwe toepassingen voor een toename van gezondheid. Elke stap en elke toepassing moet echter ethisch verantwoord zijn en vanuit het voorzorgsprincipe onderworpen worden aan een grondig onderzoek op de potentiële effecten op het ecologisch systeem en de volksgezondheid op basis van een argumentatie waar wetenschappelijk onderbouwde elementen doorwegen”.

3.7 Vlaanderen in de Wereld & de Wereld in Vlaanderen

[§38]

“Onze verantwoordelijkheid voor rechtvaardigheid en vrijheid beperkt zich niet tot Vlaanderen. Wij beschouwen het als onze opdracht armoede, onderdrukking, honger, onwetendheid, ziekten en geweld waar en wanneer ook ter wereld te bestrijden en een vrij verkeer van ideeën en mensen te promoten.

[§39]

“Wij engageren ons ertoe om in de zich globaliserende wereld met vrij verkeer van goederen, diensten en kapitalen te ijveren voor een eerlijke wereldhandel waar het primaat van de politiek en het algemeen belang op de economie geldt. Wij pleiten enerzijds voor formele en doorzichtige internationale beslissingsniveaus, en anderzijds voor een maximale representativiteit en democratische legitimiteit van de internationale beslissingen. Wij pleiten voor een wereldwijde structurele solidariteit via belasting op speculatieve financiële transacties (het principe van de Tobintaks)”.


[§40]

“Wij erkennen het aandeel van de historische en actuele schuld van het ‘westen’ in de ongelijkheid in de wereld en wensen een brede structurele ontwikkelingssamenwerking op basis van gelijkheid uit te bouwen. De schuldenlast van de Derde Wereld moet ten voordele van de lokale bevolking worden kwijtgescholden. Om wantoestanden met betrekking tot arbeidsomstandigheden en kinderarbeid in ontwikkelingslanden tegen te gaan, moet een Europese wetgeving voorzien in de controle op inkomende goederen. Onze internationale solidariteit is gebaseerd op evenwaardigheid. Vlaanderen en Europa moeten vanuit hun basisgemeenschappen samenwerkingsverbanden opzetten met de basisgemeenschappen in het Zuiden. Het is een win-win situatie waarbij Europa veel kan leren van het Zuiden. We bestrijden op deze wijze het onterechte superioriteitsgevoel in het Noorden en bouwen aan een wereldgemeenschap waarin volkeren vreedzaam samenleven en samenwerken”.

[§41]

“Vlaanderen is geen gesloten samenleving. Zelfs bij een eerlijkere verdeling van welvaart in de wereld zal er wereldwijde migratie blijven bestaan. Die migratie moet een evenwicht nastreven tussen internationale solidariteit, vrij verkeer van mensen en culturele eigenheid. Dat betekent dus dat migratie niet alleen door de arbeidsmarkt wordt gedirigeerd, maar dat ze de sociale en culturele verhoudingen in de ontvangende regio en het land van herkomst respecteert.”

[§42]

“Het is voor ons essentieel om op Europees niveau te ijveren voor een harmonisering, actualisering en verbreding van de asielcriteria, omdat de Conventie van Genève, in zijn huidige vorm, onvoldoende bescherming biedt voor heel wat asielzoekers.”

[§43]

“De wereld bevindt zich ook meer en meer in Vlaanderen, dat steeds bloeide in tijden van actieve internationale uitwisseling van cultuur, kennis en wetenschap. Wij kiezen bijgevolg voor een samenleving die leert van mekaar, die zich positief laat beïnvloeden door de rijkdom van andere culturen en gewoontes. Onze samenleving moet afstappen van de idee dat nieuwkomers of vreemdelingen hun cultuur moeten opgeven om zich volledig te assimileren met onze cultuur en gewoontes. Wij pleiten voor inburgering met een wederzijdse dynamiek. Nieuwe elementen kunnen onze cultuur bestuiven. Positieve actie op de arbeidsmarkt, een aanbod aan initiatieven om Nederlands te leren, het activeren van gemeentelijke, politieke en culturele participatie moeten nieuwkomers alle kansen bieden in een voor hen nog vreemde culturele omgeving.”

[§44]

“Spirit ijvert voor een wereld waar Gemeenschappen en Unies van regio’s, volkeren, landen en staten op gelijke voet met elkaar kunnen omgaan. De unilaterale dominantie van supermachten moet worden tegengegaan. Elke vorm van (neo)-kolonialisme moet onverkort worden stopgezet. De Vlaamse gemeenschap moet haar plaats in die open internationale samenleving ten volle opnemen. De Vlaamse ontvoogding kan niet gezien worden buiten de grote internationale verbanden die zich aan het vormen zijn.”

[§45]

“Wij beseffen dat op korte en lange termijn geweld enkel geweld genereert. Wij willen actief bijdragen tot het proces van vrede en wereldwijde ontwapening, wij willen armoede bestrijden, welvaart verdelen en democratie promoten en welzijn bevorderen in heel de wereld. Wij veroordelen elke vorm van politieke steun aan een regime dat de mensenrechten niet respecteert. Bij het vormen van internationale allianties is de vijand van onze vijand niet per se onze bondgenoot. Er dient ten allen tijde gestreefd te worden naar vreedzame oplossingen. Het bestaan van massavernietigingswapens is de mensheid onwaardig. Nieuwe generaties wapens mogen niet ontwikkeld worden.

4 Partij als politiek instrument

[§46]

“De beginselverklaring van Spirit is de opdracht van de de vrije democraten. Het is de taak van Spirit deze opdracht uit te werken en gestalte te geven in het politieke landschap door deelname aan het breed politiek en maatschappelijk debat en door deelname aan verkiezingen.”

[§47]

“Om deze taak op een wervende manier te volbrengen wil Spirit de synthese zijn van partij en beweging. De de vrije democraten willen niet alleen qua inhoud, maar ook qua stijl het verschil maken. Wij willen daarom bij uitstek non-conformistisch, actiegericht en niet-dogmatisch te werk gaan”.

[§48]

“Het stichtingscongres steunt de doelstellingen van de EVA en wenst toe te treden.”

5 De opvolging van het stichtingscongres

De beginselverklaring van de de vrije democraten zal concreet uitgewerkt worden op programmacongressen. Het stichtingscongres geeft het bestuur van Spirit de opdracht om in het voorjaar van 2002 vier studiedagen te organiseren om een algemeen ledencongres voor te bereiden. Deze studiedagen zullen gaan over:

5.1 Globalisering

[§49]

“Ook de globale samenleving is een risicosamenleving. Het gebrek aan geldende en afdwingbare normen veroorzaakt ongeziene ecologische schade, inhumane arbeidsomstandigheden, sociale ongelijkheid en culturele ontwrichting. De schuldenlast, het IMF-beleid, de WHO disputen, de G7 of G8 afspraken, een lucratieve en gedoogde wapenhandel zijn een hypotheek op de ontwikkeling van vele landen en dus op een gelijke deelname aan de welvaart. Wereldwijde communicatie en migratie kan een gevoel van vervreemding van de eigen identiteit en cultuur veroorzaken en mag geen trend naar eenvormigheid zijn ”.

[§50]

“Maar de globalisering is ook een uitdaging en een kans: wij willen de politiek terug centraal plaatsen. Wij willen de wereldmarkt sociaal en ecologische bijsturen. De nieuwe internationale beslissingsniveaus kunnen gedemocratiseerd worden door een grotere en eerlijkere inspraak van al de deelnemers. De Europese constructie moet hierbij aan een kritisch onderzoek onderworpen worden. We moeten zoeken naar een evenwicht tussen een verrijkende interculturaliteit en de bescherming van authentieke culturen, levende talen en leefomgevingen en landschappen. Wij willen ons niet afsluiten van de wereld en willen nadenken over vormen van migraties en over manieren waarop we de herverdeling van de welvaart in de wereld organiseren.”

5.2 Vlaanderen

[§51]

“België moet een confederale staat worden waar de gemeenschappen en gewesten samen beslissen welke bevoegdheden op het federale niveau kunnen blijven. Op korte termijn moet Vlaanderen alle bevoegdheden (en de fiscale autonomie daarvoor) kunnen uitoefenen die het behoeft om een gezonde samenleving op te bouwen. Nadat de sociale zekerheid een bevoegdheid geworden is van Vlaanderen, moet er in Europees verband gezocht worden naar solidariteitsmechanismen, die periodiek aanpasbaar zijn. Het mobiliteitsvraagstuk kan alleen opgelost worden mits een integraal Vlaams beleid. Justitie zou zoals in de meeste federale landen ook een gemeenschapsbevoegdheid moeten zijn. De eigen fiscaliteit moet worden uitgebreid. De mogelijkheid van subnationaliteit in Brussel moet onderzocht worden. Wij pleiten voor een horizontale splitsing van het kiesarrondissement BHV voor alle verkiezingen en van het gerechtelijk en politiearrondissement BHV. Vlaanderen moet op korte termijn met een volwaardige stem aan Europa kunnen participeren.
Verder is de staatshervorming een dynamisch proces: nu en in de toekomst zijn er nog vele domeinen waar de bevoegdheidsverdeling moet verfijnd worden. Op dit programmacongres dient ons inziens bij uitstek ook het solidariteitsvraagstuk behandeld te worden tussen Vlaanderen en Wallonië.”

5.3 Democratie

[§52]

“Grote en kleine gemeenschappen sturen zichzelf via de democratische bestuursvormen. Wij reiken creatieve oplossingen en technieken aan om de invloed van de burger te versterken. Het bindend referendum is echter pas zinvol na een breed debat, maar maakt ook het maatschappelijk debat mogelijk. De rechtstreekse verkiezing van de burgemeester gaat samen met het versterken van gemeenteraad. Een ambitieus en omvattend stappenplan moet in Vlaanderen interactieve besluitvorming helpen realiseren, de democratie en inspraak moet de nieuwe technieken van communicatie en informatie benutten. Uitbreiding van stemrecht naar jongeren en migranten verhoogt de representativiteit in onze democratie. Uiteraard staat de monarchie en het principe van erfopvolging haaks op radicale democratie. Maar radicale democratie houdt ook een evenredige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de politiek en in de samenleving in, het promoten van netwerken die de participatie in het maatschappelijk debat bevorderen, het spreiden van de macht door o.a. decumul van mandaten en het beperken van mandaten in de tijd, de greep van het parlement op de besluitvorming te verhogen in verhouding tot uitvoerende macht enerzijds en particratie anderzijds”.

5.4 Ethische verantwoordelijkheid

[§53]

“Voor Spirit behoren de grote en kleine ethische vraagstukken in het politiek debat tot de privé-sfeer. Toch moet steeds de afweging gemaakt worden met het algemeen belang en de bescherming van de gemeenschap. Dit spanningsveld willen wij toepassen op nieuwe ethische thema's zoals de genetisch gemanipuleerde organismen (GGO's), het klonen van mensen en de legale en illegale drugs. De politiek mag de evolutie in een samenleving niet tegenhouden doch moet ze inbedden vanuit een vooruitstrevende visie. De benadering is in tegenstelling tot de andere partijen niet-ideologisch doch pragmatisch: de besluitvorming vindt plaats na onbevooroordeelde afweging van alle ter zake doende feiten en vooruitzichten.”

5.5 Nieuwe thema’s

[§54]

“De congrescommissie stelt voor om de vier voorgestelde thema’s eerst uit te werken. Deze thema’s kunnen reeds in horizontale thematische netwerken voorbereid worden. In een tweede fase stelt de congrescommissie voor om zeker de thema’s gezondheidszorg en mobiliteit aan bod te laten komen.”